Als we de planeten zien als de verschillende aspecten van de psyche, dan laat de horoscoop een geïntegreerde eenheid van de onderlinge verbondenheid zien. Astrologie helpt dus om meer geïntegreerd te worden, meer oriëntatie in het leven te verkrijgen. Elke horoscoop geeft een direct gevoel van een mandala (samenhangende combinatie van cirkel en vierkant). De psychiater Carl Jung merkte bij cliënten die door een diepe crisis waren gegaan, dat als ze een nieuwe integratie bereikt hadden er in hun dromen spontaan mandala’s verschenen. Een mandala staat symbool voor heelheid. De horoscoop helpt dus om meer gecentreerd te raken, meer verbonden met de eigen diepte en integratie tussen de verschillende delen, wat ook het doel van psychotherapie is. Ook overbrugt astrologie de gespletenheid tussen de mens en de kosmos, tussen binnenwereld en buitenwereld, tussen subject en object. En het herenigt ons met een universum dat bezield is en doordrongen door de intelligente en kosmische ziel. Stanislav Grof kreeg alleen door astrologie antwoord op de vraag waarom mensen die een psychedelische sessie ondergingen, terwijl ze ieder exact dezelfde doses kregen en onder dezelfde omstandigheden waren, toch een totaal verschillende ervaring hadden.
Andersom geeft psychologie veel belangrijke inzichten aan astrologie. Concepten zoals de aard van het onbewuste en het gegeven dat het onbewuste geen vaststaand iets is. Ook psychologische concepten zoals projectie, verdringing, afweer, archetypes, overdracht en synchroniciteit zijn van onschatbare waarde voor astrologie.