Sassan Pourkarimi blogs NL

De relatie tussen Jung en kwantumfysica

We leven in een tijd waarin steeds meer ontdekkingen gedaan worden over de aard van onze realiteit. Er is een enorme stijging in het gebruik van bewustzijnsverruimende plantmedicijnen, waarmee de kaders van onze waarneming uitgerekt kunnen worden. Onderzoekers ontdekken overeenkomsten in bijvoorbeeld de afmetingen tussen de piramides in Teotihuacan in Mexico en de piramides in Gizeh in Egypte. En verhoudingen en afmetingen in de piramides blijken overeen te komen met kosmologische verhoudingen of met bijvoorbeeld de diameter van de aarde. Alsof de bouwers de wetten van de schepping doelbewust in de piramides gecodeerd hebben met de boodschap voorbij deze beperkingen te gaan. De nieuwe ontdekkingen komen overeen met het wereldbeeld van oude culturen. Zoals bijvoorbeeld de illusie van onze realiteit, in het Hindoeisme en Boeddhisme maya genoemd, inmiddels bevestigd wordt door de kwantumfysica. Daarmee bevestigt de kwantumfysica de kennis van oude culturen. Jung ontwikkelde zijn analytische psychologie door onderzoek te doen naar deze kennis uit de oudheid. Een interessante aanleiding om de relatie tussen Jung en de kwantumfysica te onderzoeken.

Als we de relatie tussen het gedachtegoed van Jung en de kwantumfysica onderzoeken, zou een voor de hand liggend begin zijn om Jungs collectief onbewuste te vergelijken met het kwantumveld van de kwantumfysica. Waardevoller is wellicht om eerst duidelijk te hebben dat de kwantumfysica een wetenschap is die net als andere wetenschappen een bepaald gebied probeert te begrijpen. De tijd na 2012 werd door veel oude culturen, zoals de Maya’s, Inca’s en Aboriginals en fameus geworden door de Maya Kalender, gezien als een nieuw tijdperk met grote veranderingen en een hoger bewustzijn. We zien inmiddels vele paradigmaverschuivingen en de kwantumfysica wordt daarin gezien als een moderne wetenschap. Officieel is het een deelgebied van de natuurkunde die deeltjes, ofwel de kleinste bouwstenen van de natuur, bestudeert. Echter, zoals de kwantumfysica zelf bevestigt, bestaan die deeltjes in essentie niet, waardoor de kwantumfysica veel meer een wetenschap is die de aard van onze realiteit probeert te begrijpen. Hiermee is het een tak van de wetenschap die het gedrag van materie en energie beschrijft op het kleinste niveau zoals atomen, elektronen en fotonen. Maar vraag aan verschillende personen die zich verdiepen in kwantumfysica er uitleg aan te geven, en je zult verschillende antwoorden krijgen. Dit toont de subjectiviteit van onze waarneming aan, een principe dat door de kwantumfysica wordt bevestigd. Hier kunnen we iets Jungiaans beginnen te zien glitteren. Om nog even bij de oude wetenschap te blijven; meer en meer wordt aangetoond dat veel wetenschappelijke gebieden achterhaald zijn. Interessant in een tijd waarin machthebbers hun beleid erdoor drukken door continu naar de wetenschap te verwijzen. Rudolf Steiner kondigde dit 100 jaar geleden al aan toen hij sprak over de tijd die zal komen wanneer er alleen waarde gehecht zou worden aan een puur materialistische benadering. Ook tonen recente archeologische vondsten aan dat de conventionele geschiedenis van de mensheid van de afgelopen 40.000 jaar totaal niet klopt, mede doordat deze vanuit een westerse perceptie is belicht. Door bijvoorbeeld de vraag te stellen wanneer ongelijkheid is begonnen, wordt al een bepaalde vooringenomenheid aangetoond. Diverse hoogleraren erkennen dit, maar zeggen dat zij niet in de positie zijn om hier verandering in te brengen en laten dit over aan de volgende generatie. Degenen die wel ingaan tegen de voorgeschreven werkelijkheid worden uit hun functie ontheven. Stamcelbioloog Bruce Lipton die voor zijn werk diepgaand onderzoek heeft verricht naar de principes van de kwantumfysica zegt dat “kwantumfysica veel geaccepteerde theorieën volledig onderuithaalt. De kwantumfysica is de meest valide wetenschap op aarde. Omdat alle theoretische verwachtingen van de kwantumfysica voordat ze werden getest, bijna allemaal absoluut accuraat bleken. Dus in termen van accuraatheid bezit de kwantumfysica meer inzicht en accuraatheid dan iedere andere wetenschap.”

De ontdekking van de kwantumfysica
De kwantumfysica werd in 1925 ontdekt en loste het probleem van de aard van het Universum op. De vader van de kwantumfysica is Max Planck (1858-1947). In 1927 zei hij: “Alle materie komt voort uit en bestaat alleen op grond van een kracht. We moeten aannemen dat er achter deze kracht een bewuste en intelligente Geest bestaat.” Kortgezegd, de mind is de schepper van alle materie. Concreet kon de wetenschapper Sir James Jeans rond dezelfde tijd zeggen: “De stroom van kennis is op weg naar een niet-mechanische realiteit; het Universum begint meer op een geweldige gedachte te lijken dan op een geweldige machine. De mind lijkt niet langer een toevallige indringer in het rijk van materie…we zouden hem eerder moeten begroeten als de schepper en bestuurder van het rijk van materie.” Het Universum is dus volledig geestelijk; een gegeven die oude tradities, zoals de Hermetica, al aangaven. Het is goed om hierbij te beseffen dat ook dit een gebied is dat vanuit een bepaald kader wordt benaderd en vooral vanuit de mind wat eigenlijk met de mind niet te begrijpen is. Tegelijk maakt dit het ook interessant; de mens die alles met de mind probeert te begrijpen, nu met moderne technologie bepaalde ontdekkingen doet en dit dan weer met de mind een plek probeert te geven. Maar kwantumfysica is veel beter te begrijpen als we de realiteit vanuit het hart gaan waarnemen, zoals oude culturen al deden. Het elektromagnetisch veld van het hart is 5000 keer zo sterk als dat van de hersenen. Het hart kan verbanden leggen, iets wat de mind niet kan. Dit is dan ook de ingang om de kwantumfysica te benaderen. Elektromagnetische kracht vormt samen met de kleine radioactieve en grote nucleaire kracht de drie krachten van de kwantumfysica die aanvullend zijn op de zwaartekracht van Einsteins relativiteitstheorie.

De aard van onze realiteit
Een bekende naam binnen de kwantumfysica is de natuurkundige David Bohm, collega van Einstein, die keek naar de correspondentie tussen wetenschap en spirituele wijsheid tradities. Na veertig jaar onderzoek zei Bohm dat de aard van onze realiteit een ‘holomovement’ is. De kosmos is een enkelvoudige ongebroken heelheid van vloeiende beweging, waarin ieder deel van de beweging de totale beweging omvat. Er is sprake van een geünifeerd proces, net zoals Plato zei hij dat er één levend wezen is. Bohm verdeelde deze ‘holomovement’ in twee aspecten; de impliciete en expliciete orde. De expliciete orde is waarneembaar door de menselijke zintuigen ofwel het fysiek waarneembare universum. De impliciete orde is de fundamentele realiteit, het onderliggende. De expliciete orde zijn de details die hieruit voortkomen en zichtbaar zijn voor het menselijke oog. Verdergaand op de klassieke deeltjes uit de Newtoniaanse natuurkunde liet Bohm zien dat het elektron in de kwantumfysica zich gedraagt als een bewust wezen met een bewust gewaarzijn. Dat alles met elkaar verbonden is voorbij tijd en ruimte middels kwantumverwikkeling en non-lokaliteit werd niet gewaardeerd door Einstein en hij noemde dit ‘griezelige actie op een afstand’.

Kwantumfysica is het spel en vertoon van informatie, spel en vertoon van potentieel, golven van informatie, golven van potentiele elektronen. Het is potentieel omdat er pas sprake van een elektron is als het wordt waargenomen. Het is daarmee een universeel veld van puur potentieel. De bouwstenen van de schepping worden steeds abstracter naarmate je er dieper op ingaat. Een molecuul is een structuur die bestaat uit twee of meer atomen. Het atoom bestaat uit een atoomkern met daar omheen elektronen. De atoomkern bestaat uit protonen en neutronen en deze bestaan ieder uit drie quarks die weer uit snaren bestaan. Dit houdt in dat hoe dieper in de materie, dus richting de meest elementaire deeltjes, er eigenlijk geen materie meer overblijft. Er is niets solide, maar alleen vibratie. Het kwantumveld is dus een veld van puur abstract potentieel, puur abstract zijn en puur abstract zelfbewust bewustzijn. En dat beweegt in golven van vibratie, waaruit deeltjes ontstaan en van daaruit steeds dichtere vormen die mensen kunnen waarnemen. En het is potentieel, omdat het afhankelijk van de waarnemer is of en wat er gemanifesteerd wordt uit dit informatieveld.

Jung en de gnostiek
Het werk van Jung was het doorgronden van de menselijke geest. Hiervoor heeft hij vele wereldwijde wijsheidstradities en oude culturen bestudeerd en hier een synthese uitgehaald voorzover het voor hem mogelijk was. Zo zei hij aan het einde van zijn leven dat als hij nog tien jaar te leven had, hij al deze tijd aan de studie van astrologie zou besteden aangezien astrologie de som representeert van alle psychologische kennis uit de oudheid. Mondaine astrologie, dat zich bezighoudt met mondiale gebeurtenissen, geeft een driedimensionale tijdsduiding aan het kwantumveld. Door de bestudering van de standen van de planeten krijgen we een potentieel tijdsbeeld binnen het kwantumveld. En vanuit het fractal principe dat een klein deel een gereduceerde kopie van het gehele patroon is, waarmee de mens een micro-manifestatie is van het macro-universum, geven de planeten ook inzicht en een tijdsduiding aan de innerlijke psychische processen in de mens. Een belangrijk studiegebied voor Jung was de gnostiek. Echter, doordat hij het moest doen met beperkte teksten kwam hij hier niet uit en ging verder met de studie van de alchemie. De Nag Hammadi geschriften waren toen nog niet gevonden. Op één van zijn verjaardagen in zijn 70’er jaren, toen de Nag Hammadi teksten vertaald waren, werd het Evangelie der Wijsheid door Gilles Quispel voorgelezen. Jung raakte hier emotioneel van en zei dat de gnostici al 2000 jaar eerder wisten waar hijzelf zijn hele leven naar op zoek was. Omdat de kwantumfysica een wetenschappelijke bevestiging is van wat oude culturen al duizenden jaren weten, en Jungs zoektocht gericht was op het onderzoeken van het universele principe van al deze oude culturen, waarbij de gnostiek een belangrijke pijler vormde, is dit een interessant aanknopingspunt om de relatie te gaan leggen.

Via de gnostiek naar de kwantumfysica
Een belangrijk element van de gnostiek is de rol van de demiurg, Jaldabaoth. Jaldabaoth is de zoon van Sophia en wil aantonen dat hij het beter kan dan God. Momenteel zien we hier in de wereld de veruiterlijking van: transhumanisme, genetische manipulatie, ectogenesis, artificiële intelligentie, geslachtsverandering, het verduisteren van de zon om het klimaat te controleren, HAARP om het weer te beïnvloeden, etc. Een belangrijk gezicht in de transhumanistische beweging is Yuval Noah Harari die letterlijk zegt dat de woorden van Jezus fakenews zijn, dat de mens God voorbij gaat streven en dat de huidige homo sapiens achterhaald en overbodig gaat worden. Meer recent zegt hij zelfs dat binnen een paar jaar artificiële intelligentie ‘een religie kan creëren die wel correct is’. Hierop heeft Klaus Schwab gezegd: ‘God is dood’. Het World Economic Forum krijgt de Goddelijke krachten, zij zijn dus de goden. De Verenigde Naties gaan een programma aankondigen om de bijbel te verbieden en Harari zal met artificiële intelligentie een nieuwe bijbel gaan schrijven. Overheden worden opgedragen een ‘factchecked’ versie aan te bieden zonder het woord God. Een gedachtepolitie zal moeten toezien dat er online geen ‘desinformatie’ (lees verwijzing naar God) meer zal zijn. Lichamelijke onsterfelijkheid en perfectie als het ultieme doel. In de woorden van Rudolf Steiner zou Harari de letterlijke incarnatie van Jaldabaoth zijn. Steiner sprak namelijk in voordrachten over de komende incarnatie van Ahriman hier op aarde. Ahriman vertegenwoordigt in de traditie van de Iraanse profeet Zarathustra de Leugen, het tegendeel van de Goddelijke Schepper Ahura Mazda, die vastbesloten is om de schepping van Ahura Mazda te vernietigen. Vanuit gnostisch perspectief sluit de wens van Jaldabaoth exact aan op hetgeen Harari als onoverkomelijk uitdraagt. De onderzoekende lezer zal weten dat de aankondigingen natuurlijk als mooie verkooppraat verpakt worden, maar dat in werkelijkheid er een soort submens gecreëerd gaat worden waarbij de artificiële intelligentie-cloud voor deze submens gaat denken. Transhumanisme is de samenvoeging van het biologisch lichaam met computers, waarna de collectieve cloud het menselijk brein kan aansturen.

Vanuit Jungiaans perspectief en vanuit de ware boodschap van de gnostici is de demiurg vooral het naar buiten gerichte deel in de mens. En hiermee kunnen we Jung en de kwantumfysica samenbrengen. De ‘mind’ ofwel het ik is de demiurg die zelf gaat creëren en zichzelf daarmee steeds verder afscheidt van het Zelf en daarmee van het Goddelijke. Leven vanuit het hart is één zijn met al dat is. Het spirituele hart is de poort naar het kwantumveld. Via deze bewoordingen komen spiritualiteit en wetenschap ook bij elkaar; de wetenschappelijke benaming kwantumveld naast de spirituele benaming spirit/geest. Spirit is een kwantumstaat; beide zijn een staat van informatie. Individuele informatie aanwezig in een kwantumpotentieel. Dat is alle potentieel dat aanwezig is in dit Universum. Kwantumfysici zeggen dat als een golf binnen het kwantumveld instort, dat er dan een kwantumstaat is. Dan is er een hele specifieke informatiestaat. Als dat in interactie is met het elektromagnetisch veld, zal het dat veld informeren wat te doen.

De kwantumfysica zegt dat alles energie, trilling en frequentie is. Het kwantumveld is een veld van oneindig potentieel en mogelijkheden. En perceptie bepaalt je realiteit. De aarde is non-lokaal (alles is met elkaar verbonden binnen één systeem), omdat er (nagenoeg) geen materie is zoals we zagen toen we dieper de atoomkern ontleedden. Wat de mens als afgescheiden materie ziet zijn hologrammen, die op een lagere trillingsfrequentie vibreren. En deze illusoire objecten zijn nog steeds volledig onderdeel van en verbonden met het totale informatieveld. Door onze perceptie creëren we een realiteit waarvan we denken dat die werkelijk is, maar in feite een projectie van onze mind is. Dit bewust te zijn en één te worden met een staat van puur bewustzijn, een stap terug te doen, zelfonderzoek, voelen dat we de getuige van de getuige zijn, maakt ons weer volledig één met het volledige kwantumveld en zijn we zelf alles wat is, wat is geweest en wat zal zijn.

Alles is één
Dit laatste komt overeen met wat de oude Egyptenaren de allesomvattende maar ongrijpbare eenheid noemden die door de godin Isis uitgebeeld en aanbeden werd als ‘al dat is geweest en zal zijn’ en de ‘moeder en vader van alle dingen’. De Griekse filosoof Heraclitus noemde dit 2500 jaar geleden ‘Van alle dingen Eén en ‘Van Eén alle dingen’. De Westerse cultuur, wetenschap en Kerk heeft echter lang de gedachte afgewezen dat alles één verbonden veld is. Hierdoor werd monisme door de school van Plato in eerste instantie in het geheim en alleen oraal doorgegeven, waarna het later wel een belangrijk kenmerk van zijn school werd. In 1935 beschreef een andere kwantum pionier, Erwin Schrödinger, de verwevenheid tussen twee of meer delen in het kwantum systeem ‘als de karakteristieke eigenschap van kwantumfysica en dat dit het volledige verlaten van de oude denkrichtingen betekent’. Schrödinger beschreef ook dat twee systemen, die tijdelijk met elkaar in interactie komen en zich na een tijdje van wederzijdse beïnvloeding weer van elkaar verwijderen, dan niet meer op dezelfde manier als voorheen beschreven kunnen worden. Verwevenheid is de manier van de kwantumfysica om delen te integreren tot een geheel waaruit het ‘Van alle dingen Eén’ van Heraclitus voortkomt. Daarmee bestaat niets echt behalve het Universum als één geheel.
In de vroege jaren van de kwantumfysica, zeiden Niels Bohr en Werner Heisenberg in 1927 dat iemand nooit het deeltjesobject en golfaspect van een object op hetzelfde moment kan ervaren. Dit betekent dat de realiteit fundamenteel niet observeerbaar is, net als de Egyptische godin Isis; iets wat voor de mainstream wetenschap onverenigbaar is gezien hun empirische uitgangspunt.
David Bohm schreef in 1951 ‘kwantumfysica vereist, dat we het idee opgeven dat de wereld correct geanalyseerd kan worden in afzonderlijke delen’ en ‘vervangen door de aanname dat het hele Universum in de basis een enkelvoudige ondeelbaar eenheid is’.
Rond 1970 ontdekte de Duitse natuurkundige Heinz-Dieter Zeh kwantumdecoherentie, dat wil zeggen dat onze omgeving onze dagelijkse ervaringen beschermt voor te veel kwantum eigenaardigheden. Als een kwantum object een deeltje is op twee verschillende locaties, dan is ieder deeltje afhankelijk van een waarnemer die niet de exacte staat van de omgeving weet, wat de rest van het Universum is. Op basis hiervan stelde de natuurkundige Hugh Everett dat kwantummetingen niet slechts één uitkomst hebben, maar dat alle uitkomsten gemanifesteerd kunnen worden in parallelle realiteiten. Deze interpretatie van Everett duidt niet op klassieke parallelle werelden, maar op een enkel kwantum Universum aangestuurd door een universele golffunctie. Anders gezegd, stel dat een hypothetische waarnemer van buitenaf het gehele Universum zou kunnen zien met alle mogelijkheden onthuld, dan zou de kosmos zichzelf manifesteren als een enkel kwantum object.
Volgens Everett en Zeh is de fundamentele beschrijving van het Universum dus een enkele verweven staat, beschreven met een universele golffunctie. Alles wat we ervaren in het dagelijkse leven ontstaat vanuit deze fundamentele kwantumrealiteit. Vanuit deze notie gaan we ook anders tegen tijd en ruimte aankijken. De basis van waaruit Stephen Hawking zijn onderzoek in de kosmologie begon gaat uit van een tijdloos Universum.

De kunst van waarnemen
Vanuit de neurobiologie weten we dat ieder mens, door de unieke set van cel receptoren, uniek is en daarmee een individu is met een uniek punt van waarneming. Dit sluit aan op de archetype theorie van Jung, die beschrijft dat de mate waarin bepaalde archetypes actief zijn en door hun onderlinge interactie, zowel harmonisch als dynamisch, voor het individu de waarneming bepaalt. Dit geeft daarmee een kader aan het potentieel van, en de mogelijkheden binnen het kwantumveld die oneindig zijn. De bereikbaarheid is dus weer afhankelijk van het bewustzijnsveld van het individu. En dat is waar Jung natuurlijk om bekend staat; het zoveel mogelijk in het bewuste zien te krijgen van onbewuste inhouden. Hiervoor was voor hem het gebruik van projectie een belangrijk instrument. En we zagen al eerder bij de rol van de demiurg dat projectie een verwijdering is van het collectieve veld. Het doorzien van projectie draagt bij aan het opgeven van het ego en daarmee aan het terugkeren bij jezelf, bij wie je werkelijk bent, weg van de door de demiurg gecreëerde identiteiten met als gevolg daarvan de droomwereld. De weg naar het Zelf is de weg van weer thuiskomen in jezelf en daarmee met het Al, het kwantumveld, God, ‘the Great Spirit’.

Het waarnemen beïnvloedt de wereld die wordt waargenomen. Wat mede inhoudt dat de observeerder de waarnemer, het proces van waarnemen en het waargenomene is, en dat dit tezamen een met elkaar verstrengeld kwantumsysteem is, en dat het waarnemen creatief is. Wij zijn dus creatieve wezens, we creëren continu onze ervaring en die van het Universum. Als we onbewust zijn, dan projecteren we onze schaduw en worden geconditioneerd door onze eigen projectie. Hiermee wordt het ‘een virus van de mind’. Het virus van de mind werd door Jung een totalitaire psychose genoemd. Dit virus van de mind was bij de Noord-Amerikaanse Natives bekend als ‘wetiko’. De bewustwording hiervan leert ons vooral iets over onszelf. Hiermee kunnen we de kwantumfysica als een spirituele traditie zien.

De essentie van de kwantumfysica
Synchroniciteit is de theorie van Jung van het samenvallen van twee op het oog losstaande gebeurtenissen of het samenvallen van een innerlijke gebeurtenis met een uiterlijke gebeurtenis. De kwantumfysica toont, onder andere door de deeltjesversneller CERN in Genève, dat deeltjes elkaar beïnvloeden. Een welbekend voorbeeld is dat van een vogelpoepje in Brazilië, dat een storm in Europa zou kunnen veroorzaken. Het waarnemen van een deeltje aan de ene kant van de aarde beïnvloedt een deeltje aan de andere kant van de aarde. Inmiddels is zelfs aangetoond dat dit geldt voorbij de kaders van de matrix, de illusoire zichtbare en daarmee ervaren afgescheiden realiteit dat begrensd wordt door de snelheid van het licht. En dus dat de waarneming van een deeltje binnen de snelheid van het licht invloed heeft op een deeltje voorbij de snelheid van het licht. Bij Jung is de synchroniciteit-anekdote over de scarabee bekend; een cliënt die vertelt over haar droom waarin een scarabee voorkomt, waarna Jung naar het raam loopt en deze opent, om daar een scarabeïde, een goudkever, te pakken. Kwantumfysica zal kunnen verklaren dat door de scarabee in het bewuste te brengen en er aandacht op te leggen, de elektrische impuls van de hersenen de scarabee in de buitenwereld gemanifesteerd heeft. Want de hersenen creëren als een processor de realiteit. Tegelijk kan het zijn dat daar alles binnen het kwantumveld één is, en dat de cliënt de externe scarabee in het eigen bewustzijn opgepikt heeft.
We komen nu ook bij het belangrijkste principe van de kwantumfysica; bewustzijn creëert onze levenservaring. Wat dus mooi aansluit op de Jungiaanse psychologie van het onbewuste bewust maken, zodat het onbewuste niet het leven bepaalt alsof dat het lot is.

Belangrijke feiten uit het onderzoeksgebied van de kwantumfysica:
  • Massa kan in energie veranderen en energie in massa;
  • Het foton, de fundamentele eenheid van licht, heeft golf- en deeltjeseigenschappen;
  • Materie heeft evenals licht golfeigenschappen;
  • Voor ieder deeltje in het hier en nu is er een antideeltje;
  • Een elektron en zijn positron vernietigen elkaar als ze tegelijkertijd op dezelfde plek zijn;
  • Er zijn virtuele deeltjes, die niet bestaan of niet permanent bestaan, behalve wanneer ze worden geobserveerd of gemanipuleerd. Sommige natuurkundigen geloven dat ze in en uit het bestaan ploppen en als ze ‘hier’ zijn een essentiële rol spelen bij het functioneren of scheppen van natuurlijke fundamentele krachten, atoomveranderingen en vacuümtoestanden;
  • Een afzonderlijk elektron of proton kan op hetzelfde moment in twee of meer richtingen bewegen;
  • Geen twee elektronen kunnen tegelijkertijd dezelfde beweging maken;
  • Eenmaal verbonden kunnen twee deeltjes of golfdeeltjes elkaar blijven beïnvloeden, ongeacht waar ze zijn;
  • Een deeltje kan op één tijdstip in twee richtingen bewegen of draaien;
  • Entropie (‘verloren energie’), kan ook worden gedefinieerd als ‘verborgen energie’, die als ze in een antiwereld of ‘onbegaan pad’ is besloten, wellicht kan worden herontdekt;
  • Hoewel Einstein beweerde dat massa niet sneller dan het licht kan gaan, heeft onderzoek aangetoond dat pulserend licht dat onder bepaalde omstandigheden wel kan. Pulserend licht wordt uitgestraald met tussenpozen, terwijl continu of ‘normaal’ licht een vaste energiebundel is. Door de ruimte tussen de lichtflitsen kan licht vertraagd worden tot materie.

Tot slot
Kwantumfysica zegt dat onze realiteit een simulatie is. Het programma dat door ons lichaam gaat, verbindt ons met de gesimuleerde realiteit. Waardoor we de wereld zien zoals die op die manier aan ons verschijnt, hoewel die wereld totaal niet zo is als je er dieper op ingaat. Als je programma aangeeft dat de natuur, virussen, klimaat en Russen externe objectieve bedreigingen zijn waar je bang voor moet zijn, dan ontstaat er een wereld zoals die nu is. Niet alleen doordat dit als zodanig geprogrammeerd is in het onbewuste, maar ook nog extra benadrukt wordt, deels manipulatief om het bewuste te omzeilen, door diezelfde wereld. Jung zei daarover dat “alleen degenen met een innerlijk leven, een innerlijke kern die een veilige basis biedt die onafhankelijk is van maatschappelijke structuren of externe autoriteiten, zijn in staat om niet mee te lopen in tijden wanneer de massa op hol slaat, en om zich af te vragen – ‘klopt dit wel wat hier gebeurt’?” De meeste mensen zijn zich niet bewust van hun onbewuste programma’s en zien hun subjectieve waarneming als een objectieve waarheid. Want net als de kwantumfysica ziet Jung ieder schepsel als een uniek individu met een unieke waarneming. Daarom het doel om te worden wie je werkelijk bent. En tegelijkertijd is alles één, want er is maar één bewustzijn. De weg daarnaartoe is via het Zelf. Waarna het bewustzijn ervaren wordt dat er dus geen externe bedreigingen zijn, omdat we zelf de natuur, het virus, het klimaat en de ander zijn. De Maya’s gebruiken dit al duizenden jaren in hun begroeting ‘In Lak’ech’ ofwel ‘Ik ben een andere jij’. De bevestiging dat deze oude cultuur deze wijsheid van origine al in zich draagt. Om tot die staat van bewustzijn te komen, het samenvallen met het kwantumveld, dienen de onbewuste programma’s bewust en getransformeerd te worden. Jung noemt dat schaduwwerk; het aankijken van hetgeen verdrongen en onbewust is. Het betekent jezelf openen, letterlijk je mind openen. Uit de linkerhersenhelft en meer werken met de rechterhersenhelft. Tegelijkertijd vergt dit moed, want de wereld accepteert dat niet, ziet dat als afwijkend. En het dient de machthebbers al helemaal niet, dus zal er tegenkracht komen, want de macht heeft juist baat bij fragmentatie. Tegelijkertijd, wanneer je de moed toont en het in actie omzet, ontstaat er vanzelf een andere wereld. De integratie van het onbewuste in het bewuste zorgt voor meer bewustzijn, meer heelheid, en daarmee voor een andere waarneming. En een andere waarneming zorgt voor een andere realiteit. De polariteit en de eenheid in één, die met elkaar samenvallen als de symbiose van het één en het ander.